Uitvoeringsbesluit inkomstenbelasting 2001 art. 17a ( tekst 2015)
17a Waardering woningen; correctie op WOZ-waarde
Waarde woning 1 De waarde, bedoeld in artikel 5.20, derde lid, van de wet , wordt gesteld op de op grond van artikel 5.20, eerste en tweede lid, van de wet, in aanmerking te nemen waarde (WOZ-waarde) vermenigvuldigd met de leegwaarderatio.
Leegwaarderatio 2 Bij een voor het enkele gebruik van de woning verschuldigde jaarlijkse huur of pacht als percentage van de WOZ-waarde van:
meer dan maar niet meer dan bedraagt de leegwaarderatio
0% 1% 45%
1% 2% 51%
2% 3% 56%
3% 4% 62%
4% 5% 67%
5% 6% 73%
6% 7% 78%
7% 85%

Jaarlijkse huur 3 De jaarlijkse huur of pacht, bedoeld in het tweede lid, wordt gesteld op twaalf maal de maandelijkse huur, onderscheidenlijk pacht, zoals die geldt aan het begin van het kalenderjaar. Indien de huurprijs, onderscheidenlijk pachtprijs, zoals die tussen gelieerde partijen is overeengekomen zodanig is dat deze tussen willekeurige derden niet overeengekomen zou zijn, wordt de huurprijs, onderscheidenlijk pachtprijs, voor de toepassing van het tweede lid gesteld op 3,5% van de WOZ-waarde. 4 Indien de woning een gedeelte van een gebouwd eigendom is als bedoeld in artikel 16, onderdeel c, van de Wet waardering onroerende zaken , en niet als een afzonderlijke zaak vervreemd kan worden, wordt voor de toepassing van het eerste en het tweede lid de WOZ-waarde van die woning verlaagd met een bedrag van € 20 000. 5 Indien van een woning een gedeelte verhuurd is, wordt slechts de WOZ-waarde van dat deel vermenigvuldigd met de leegwaarderatio. Indien de WOZ-waarde van dat deel niet is vastgesteld, wordt deze bepaald door de totale WOZ-waarde van de woning te vermenigvuldigen met de verhuurde vierkante meters en te delen door de totale oppervlakte van de woning.